Het is altijd mooi om een van je oude helden nog eens met een goede film voor de dag te zien komen, want Polanski is toch de man die ons in de jaren ‘60 aangenaam verraste met pareltjes als Knife in the Water, Repulsion, Cul-de-Sac en Rosemary’s Baby, om in de jaren ’70 met Chinatown een heuse klassieker af te leveren.
Of hij nu helemaal terug is, of dat dit opflakkering is van een groot talent, zal de tijd ons wel leren. Ondertussen kunnen we alvast terecht bij The Pianist. Het waargebeurde verhaal van de jonge, talentvolle pianist Wladyslaw Szpilman (briljant geacteerd door Adrien Brody), een poolse Jood die de Nazi inval in Polen en het getto van Warschau in de meest abominabele omstandigheden overleefde.
De kritieken toen de film pas uit was dat Polanski’s protagonist te weinig passie bezat om als filmheld te fungeren, zijn volgens mij onterecht. Het gaat in Polanski zijn film tenslotte niet alleen over het hoofdpersonage, maar over de radicale en verpletterende ontmenselijking die zo’n oorlog en haat met zich meebrengt.
Aan de hand van de pianist schildert Roman Polanski onwaarschijnlijk trefzeker en ontdaan van emoties en vals sentiment, ja, bijna afstandelijk de teloorgang van het Pools Joodse volk. Eerst zien we de talentvolle jongeman vol vertrouwen en toekomstplannen de weg inslaan naar een glorieuze toekomst, tot de geschiedenis zijn duivels ontbindt en de waanzin rond hem en zijn familie toeslaat. Maar er is hoop. Frankrijk en Engeland verklaren de Nazi’s de oorlog. Het zal spoedig achter de rug zijn. Doch, heel langzaam sluipt het gif van de twijfel binnen. Wat volgt is de gekende gruwel en horror. De jonge Szpilman verliest zijn familie en volgt onbegrijpend, vluchtend van schuiloord naar schuiloord, het drama dat zich rond hem voltrekt, om tenslotte als een opgejaagd dier en volslagen in paniek al het mogelijke te doen om te overleven.
Wladyslaw Szpilman is geen held, maar net zoals Polanski een overlevende. Een overlevende van de drang van het ene volk om het andere te vernietigen. Het is tevens een antwoord op de vraag hoe zich een volk zo massaal en gewillig naar de slachtbank heeft laten lijden. Ja, ze stonden erbij en keken ernaar: machteloos, maar vooral onbegrijpend dat iets zo ergs nog erger kon worden.
En nog erger. En nog erger.
Deze godslasterlijke gruwel zien we door de ogen van De Pianist in onze eigen ziel gekerfd worden. Moge het daar blijven en ons de moed geven om ons van nu tot in de eeuwigheid tegen dergelijke monsterlijke waanzin te verzetten.