Brakhage
16-09-2008, 23:34
http://www.filmreference.com/images/sjff_02_img0868.jpg
Frank Tashlin (1913-1972)
Enkele stukjes die ik onlangs over zijn films schreef:
Artists and Models (1955)
Vanaf het moment dat ik ‘Will Succes Spoil Rock Hunter?’ zag ben ik helemaal verslingerd aan Frank Tashlin, zonder twijfel een van de meest onderschatte filmregisseurs van de jaren ’40 en ‘50. Uiteraard is ook in deze film de achtergrond van Tashlin als cartoonist duidelijk te zien, want Tashlin filmt live-action films doorgaans als ware het cartoons; dat betekent dus veel visuele grapjes, een desinteresse in fysieke wetten en veel primaire kleuren – wat zijn films een duidelijke voorloper maakt van de pop-art look van Jean-Luc Godard (een grote bewonderaar van Tashlin overigens). Maar niet alleen visueel ontleent Tashlin zijn inspiratie aan cartoons, ook qua scenario en personageontwikkeling hevelt hij de ideeën vanuit de cartoons rechtstreeks over, wat bijzonder groteske karakters en een maniakale, onstopbare energie tot gevolg heeft – iets wat hand in hand gaat uiteraard met de anything goes filosofie van Jerry Lewis en Dean Martin, de sterren van deze film. Er is geen moment rust in een film als deze, het verhaal springt alle kanten op en het is allemaal te idioot voor woorden (wat met Lewis altijd het geval is natuurlijk). Maar naast die onnavolgbaar idiote komedieorkaan die Jerry Lewis heette staat dan de nogal neerslachtige wereldvisie van Frank Tashlin, waardoor twee totaal verschillende werelden in botsing komen met elkaar en het is nu juist deze constante clash tussen twee haast onverenigbare visies die hun samenwerkingen hun typische karakter geven – ze houden elkaar in evenwicht.
Tashlin schreef bijvoorbeeld ooit een boek over een luiaard die volstrekt tevreden is met zijn leven en glimlachend ondersteboven aan een tak hangt. De mensen die hem zien echter, interpreteren zijn glimlach, omdat ze hem ondersteboven zien, als een grimas en gaan vervolgens van alles proberen om hem te laten lachen, waardoor hij zo depressief wordt dat hij een sombere blik op zijn gezicht krijgt, die mensen echter (omdat hij ondersteboven hangt) verkeerd interpreteren als een glimlach. Het verhaal is zeer typisch voor de sombere Tashlin, die in veel van zijn films (vrijwel allemaal uitzinnige parodieën) een bijzonder scherpe maatschappijkritische ondertoon weet te verwerken, waardoor een bijzonder contrast ontstaat met de verder vrolijke toon van zijn films. Ook in ‘Artist and Models’ zit een bijna akelig sombere ondertoon, over de gewelddadige strips die een slechte invloed op de jeugd hebben, een typisch onderwerp voor een Tashlin parodie en dit staat in schril contrast met de heerlijk stompzinnige en frivole capriolen van Lewis en Martin. ‘Artists and Models’ is een onophoudelijke stroom van Creativiteit met een hoofdletter C, waarin strips, pop-art, slapstick, onderbroekenlol, liefde en romantiek, vrolijke liedjes, chemische formules en de wedstrijd om de wereldheerschappij een heerlijk uitzinnig huwelijk vormen.
Hollywood or Bust (1956)
Over het algemeen wordt de modernistische film gezien als de stroming waarin zelfreflectie voor het eerst zijn intrede deed in de film en Jean-Luc Godard wordt dan meestal genoemd als de meest vooraanstaande exponent, omdat in zijn films het vierdewand principe het meest doorbroken wordt. Traditioneel wordt dit dan gecontrasteerd met de Hollywoodfilm waarin er geen enkele verwijzing mag zijn naar zichzelf omdat de illusie van de film nergens doorbroken mag worden, terwijl Godard -onder het mom van modernisme- de kijker juist zelfbewuster wil maken en de mechanismen die achter het filmproces schuilgaan, blootlegt. De film van Frank Tashlin echter zijn in dat opzicht gewoon voorlopers van Godard (en modernisme), terwijl zijn films door niemand ooit serieus zijn genomen, zelfs nu nog niet. Dit komt allereerst doordat Tashlin traditioneel gezien werd slechts als regisseur van stervehikels voor grote sterren, zoals Martin & Lewis, Bob Hope en Doris Day; daarnaast werden komedies gewoon niet zo serieus genomen als andere genres, de cartooneske humor van Tashlin in ieder geval toch zeker niet. Het feit dat Tashlin hoofdzakelijk komedies maakte zal het erkennen van zijn zelfreflectie ook in de weg gezeten hebben omdat in de wereld van komedie veel meer voor lief wordt genomen en minder opvalt dan in bijvoorbeeld drama – waar experiment direct meer opvalt dankzij de ‘realisme’ factor.
Maar als je goed naar Tashlin’s films kijkt zie je dat hij al constant doet waar Godard een paar jaar later alle krediet voor zou krijgen: helemaal op het begin van ‘The Girl Can’t Help It’ komt hoofdrolspeler Tom Ewell op en spreekt hij rechtstreeks in de camera, het beeld is klein en zwart-wit. Dan zegt hij dat de film die we gaan zien in Technicolor gemaakt is (er verschijnt plotseling kleur) en hoe het bovendien ook in CinemaScope gefilmd is (hij duwt tegen de randen van het beeld waardoor het bekende CinemaScope formaat ontstaat).Veel meer de illusie doorbreken lijkt me toch niet mogelijk! Maar het gebeurt constant in Tashlin’s films: in ‘Will Succes Spoil Rock Hunter?’ heb je een soortgelijke aankondiging, evenals in ‘Hollywood or Bust’. En Anita Ekberg speelt in ‘Artists and Models’ gewoon Anita en in ‘Hollywood or Bust’ speelt Anita Ekberg Anita Ekberg; in ‘The Girl Can’t Help It’ speelt de bekende zangeres Julie London ook gewoon Julie London, terwijl Jayne Mansfield een overduidelijke parodie is op Marilyn Monroe en ze bovendien aan dezelfde tegenspeler gekoppeld is als Marilyn in Wilder’s ‘The Seven Year Itch’, Tom Ewell.
Waar Godard zijn nadruk op filmhistorie en zelfreflectie vooral in het kader van het modernisme en kunstzinnigheid brengt (althans zo wordt vaak beweerd), daar haalde Tashlin dat natuurlijk rechtstreeks uit de cartoons, een medium waarin hij werkzaam was voordat hij overstapte naar live-action film en waarin constant de immersieve werking van film doorbroken wordt. Punt is echter dat niemand Tashlin ooit serieus genomen heeft… behalve enkele schrijvers voor Cahiers du Cinema, onder meer Godard en Truffaut dus. Godard heeft er nooit een geheim van gemaakt bijzonder door Tashlin geïnspireerd te zijn en als je goed naar zijn films kijkt zie je dat cartoons of strips ook een erg duidelijk invloed op Godard geweest zijn (Alphaville, Made in USA, Pierrot le Fou).
Van alle films die ik tot op heden van Tashlin gezien heb is ‘Hollywood or Bust’ toch het duidelijkst beïnvloed door cartoons, want een hond die een auto bestuurd zie je doorgaans niet in live-action films. Die fantastische sequentie waarin Martin & Lewis al zingend door een agrarisch landschap rijden en er constant wulpse dames langs de kant staan of op een tractor zitten lijkt overigens rechtstreeks uit een Russ Meyer film gewandeld. Helaas mist deze film net een beetje die satirische, serieuze ondertoon die Tashlin’s beste werk heeft, maar afgezien daarvan is dit vintage Tashlin. En het is echt ronduit een schande dat niemand ooit over deze man spreekt.
Frank Tashlin (1913-1972)
Enkele stukjes die ik onlangs over zijn films schreef:
Artists and Models (1955)
Vanaf het moment dat ik ‘Will Succes Spoil Rock Hunter?’ zag ben ik helemaal verslingerd aan Frank Tashlin, zonder twijfel een van de meest onderschatte filmregisseurs van de jaren ’40 en ‘50. Uiteraard is ook in deze film de achtergrond van Tashlin als cartoonist duidelijk te zien, want Tashlin filmt live-action films doorgaans als ware het cartoons; dat betekent dus veel visuele grapjes, een desinteresse in fysieke wetten en veel primaire kleuren – wat zijn films een duidelijke voorloper maakt van de pop-art look van Jean-Luc Godard (een grote bewonderaar van Tashlin overigens). Maar niet alleen visueel ontleent Tashlin zijn inspiratie aan cartoons, ook qua scenario en personageontwikkeling hevelt hij de ideeën vanuit de cartoons rechtstreeks over, wat bijzonder groteske karakters en een maniakale, onstopbare energie tot gevolg heeft – iets wat hand in hand gaat uiteraard met de anything goes filosofie van Jerry Lewis en Dean Martin, de sterren van deze film. Er is geen moment rust in een film als deze, het verhaal springt alle kanten op en het is allemaal te idioot voor woorden (wat met Lewis altijd het geval is natuurlijk). Maar naast die onnavolgbaar idiote komedieorkaan die Jerry Lewis heette staat dan de nogal neerslachtige wereldvisie van Frank Tashlin, waardoor twee totaal verschillende werelden in botsing komen met elkaar en het is nu juist deze constante clash tussen twee haast onverenigbare visies die hun samenwerkingen hun typische karakter geven – ze houden elkaar in evenwicht.
Tashlin schreef bijvoorbeeld ooit een boek over een luiaard die volstrekt tevreden is met zijn leven en glimlachend ondersteboven aan een tak hangt. De mensen die hem zien echter, interpreteren zijn glimlach, omdat ze hem ondersteboven zien, als een grimas en gaan vervolgens van alles proberen om hem te laten lachen, waardoor hij zo depressief wordt dat hij een sombere blik op zijn gezicht krijgt, die mensen echter (omdat hij ondersteboven hangt) verkeerd interpreteren als een glimlach. Het verhaal is zeer typisch voor de sombere Tashlin, die in veel van zijn films (vrijwel allemaal uitzinnige parodieën) een bijzonder scherpe maatschappijkritische ondertoon weet te verwerken, waardoor een bijzonder contrast ontstaat met de verder vrolijke toon van zijn films. Ook in ‘Artist and Models’ zit een bijna akelig sombere ondertoon, over de gewelddadige strips die een slechte invloed op de jeugd hebben, een typisch onderwerp voor een Tashlin parodie en dit staat in schril contrast met de heerlijk stompzinnige en frivole capriolen van Lewis en Martin. ‘Artists and Models’ is een onophoudelijke stroom van Creativiteit met een hoofdletter C, waarin strips, pop-art, slapstick, onderbroekenlol, liefde en romantiek, vrolijke liedjes, chemische formules en de wedstrijd om de wereldheerschappij een heerlijk uitzinnig huwelijk vormen.
Hollywood or Bust (1956)
Over het algemeen wordt de modernistische film gezien als de stroming waarin zelfreflectie voor het eerst zijn intrede deed in de film en Jean-Luc Godard wordt dan meestal genoemd als de meest vooraanstaande exponent, omdat in zijn films het vierdewand principe het meest doorbroken wordt. Traditioneel wordt dit dan gecontrasteerd met de Hollywoodfilm waarin er geen enkele verwijzing mag zijn naar zichzelf omdat de illusie van de film nergens doorbroken mag worden, terwijl Godard -onder het mom van modernisme- de kijker juist zelfbewuster wil maken en de mechanismen die achter het filmproces schuilgaan, blootlegt. De film van Frank Tashlin echter zijn in dat opzicht gewoon voorlopers van Godard (en modernisme), terwijl zijn films door niemand ooit serieus zijn genomen, zelfs nu nog niet. Dit komt allereerst doordat Tashlin traditioneel gezien werd slechts als regisseur van stervehikels voor grote sterren, zoals Martin & Lewis, Bob Hope en Doris Day; daarnaast werden komedies gewoon niet zo serieus genomen als andere genres, de cartooneske humor van Tashlin in ieder geval toch zeker niet. Het feit dat Tashlin hoofdzakelijk komedies maakte zal het erkennen van zijn zelfreflectie ook in de weg gezeten hebben omdat in de wereld van komedie veel meer voor lief wordt genomen en minder opvalt dan in bijvoorbeeld drama – waar experiment direct meer opvalt dankzij de ‘realisme’ factor.
Maar als je goed naar Tashlin’s films kijkt zie je dat hij al constant doet waar Godard een paar jaar later alle krediet voor zou krijgen: helemaal op het begin van ‘The Girl Can’t Help It’ komt hoofdrolspeler Tom Ewell op en spreekt hij rechtstreeks in de camera, het beeld is klein en zwart-wit. Dan zegt hij dat de film die we gaan zien in Technicolor gemaakt is (er verschijnt plotseling kleur) en hoe het bovendien ook in CinemaScope gefilmd is (hij duwt tegen de randen van het beeld waardoor het bekende CinemaScope formaat ontstaat).Veel meer de illusie doorbreken lijkt me toch niet mogelijk! Maar het gebeurt constant in Tashlin’s films: in ‘Will Succes Spoil Rock Hunter?’ heb je een soortgelijke aankondiging, evenals in ‘Hollywood or Bust’. En Anita Ekberg speelt in ‘Artists and Models’ gewoon Anita en in ‘Hollywood or Bust’ speelt Anita Ekberg Anita Ekberg; in ‘The Girl Can’t Help It’ speelt de bekende zangeres Julie London ook gewoon Julie London, terwijl Jayne Mansfield een overduidelijke parodie is op Marilyn Monroe en ze bovendien aan dezelfde tegenspeler gekoppeld is als Marilyn in Wilder’s ‘The Seven Year Itch’, Tom Ewell.
Waar Godard zijn nadruk op filmhistorie en zelfreflectie vooral in het kader van het modernisme en kunstzinnigheid brengt (althans zo wordt vaak beweerd), daar haalde Tashlin dat natuurlijk rechtstreeks uit de cartoons, een medium waarin hij werkzaam was voordat hij overstapte naar live-action film en waarin constant de immersieve werking van film doorbroken wordt. Punt is echter dat niemand Tashlin ooit serieus genomen heeft… behalve enkele schrijvers voor Cahiers du Cinema, onder meer Godard en Truffaut dus. Godard heeft er nooit een geheim van gemaakt bijzonder door Tashlin geïnspireerd te zijn en als je goed naar zijn films kijkt zie je dat cartoons of strips ook een erg duidelijk invloed op Godard geweest zijn (Alphaville, Made in USA, Pierrot le Fou).
Van alle films die ik tot op heden van Tashlin gezien heb is ‘Hollywood or Bust’ toch het duidelijkst beïnvloed door cartoons, want een hond die een auto bestuurd zie je doorgaans niet in live-action films. Die fantastische sequentie waarin Martin & Lewis al zingend door een agrarisch landschap rijden en er constant wulpse dames langs de kant staan of op een tractor zitten lijkt overigens rechtstreeks uit een Russ Meyer film gewandeld. Helaas mist deze film net een beetje die satirische, serieuze ondertoon die Tashlin’s beste werk heeft, maar afgezien daarvan is dit vintage Tashlin. En het is echt ronduit een schande dat niemand ooit over deze man spreekt.