Oorspronkelijk gepost door
Gerco Stuivenberg
Luidsprekers met een lage impedantie hebben spreekspoelen met minder wikkelingen en een iets dikkere draad. Door het kleinere aantal wikkelingen kunnen deze daardoor sneller en beter reageren op vernaderingen in het signaal. Ze vragen door de dikkere draad een wat hogere stroomsterkte en zijn daardoor dus wat moeilijker aanstuurbaar.
Een eindtrap van een receiver of versterker heeft echter liever een makkelijk aanstuurbare luidspreker, omdat deze relatief een lagere stroomsterkte vragen. Het probleem bij versterkers zit dus niet in het vermogen, maar in de stroomsterkte die een eindtrap moet leveren aan een luidspreker.
Versterkers en receivers die geschikt zijn voor luidsprekers met een minimale impedantie van 4 Ohm zijn vaak niet krachtiger, maar hebben vaak wel grotere reserves. Ze kunnen daardoor makkelijker de pieken en dalen in het signaal opvangen wanneer een luidspreker wat moeilijker aanstuurbaar en/of een hogere belastbaarheid heeft.