Omdat er nu eindelijk een versie is (op zone 4. Met dank aan Eddy) even dit artikeltje over het wel en wee van deze film hier herhalen. Over de beeldkwaliteit kan ik nog niets zeggen, vermits ik hem zelf pas besteld heb. Maar de film...
“Napoleon is a film against whitch all the others have to be measured, now and forever.” Dit zijn niet mijn woorden, maar die van criticus Charles Champlin. Een verstandig man, zoveel is zeker.
Maar je kan het ook makkelijk anders formuleren. Wie er aan twijfelt of film al dan niet kunst is, moet deze film maar eens op zijn gemak bekijken.
En je kan het nog anders stellen. Ook al ben je helemaal niet geïnteresseerd in film als kunst, dan nog moet je jezelf maar eens op dit gigantisch spektakel trakteren. Met eigen ogen zal je kunnen aanschouwen dat film al buitengewoon was in de kinderwieg.
Je kan ook alles gewoon vergeten en evenveel van de film genieten.
Al valt over de inhoud best te discuteren. Napoleon wordt hier immers geportretteerd als een door de voorzienigheid afgevaardigde superman die op zijn eentje de hele natie op een hoger niveau tracht te tillen.
Dit zal niet bij iedereen in de smaak vallen. Dat deed het vroeger immers ook al niet. De film kreeg lawine’s kritiek over zich heen toen hij voor het eerst (in de Parijse opera) het licht zag. Vooral de historici waren niet te spreken over dit portret van de arrogante en dictatoriale Corsicaan, die zich later tot keizer liet kronen.
Maar de manier waarop het leven van Napoleon hier verteld wordt (van zijn kindertijd tot aan zijn triomfantelijke intocht in Italië) is cinematografische Kunst op zijn allergrootst, op zijn allerbest, en bovendien op zijn allergewaagdst.
Om dat doel te bereiken gebruikte Abel Gance alle toen bestaande filmtechnieken en doorbrak en passent alle grenzen van wat cinematografisch mogelijk was, en mogelijk werd geacht . Zo filmde Gance bv met handcamera’s, gebruikte widescreen technieken (30 jaar voor cinerama), triple-screen op een te rechtvaardigen en ingenieuze manier, hij gaf werveling en vaart aan de actie door rapid cuts (Russische montage), liet camera’s aan paarden, aan trollies en aan alles wat bewoog vastbinden, opdat je als toeschouwer evenveel bij de actie betrokken zou raken als de acteurs.
Het resultaat is een duizelingwekkende aaneenrijging van cinematografische virtuositeit.
Dit evenwel maakt een mijlpaal nog geen meeslepend spektakel. Wat de film bijzonder maakt is de ongewone kracht en emotionele impact die ervan uitgaat.
Er is de opening, het beroemde sneeuwballengevecht. (Martin Scorsese verwijst er naar in het begin van zijn Gangs of New-York. Zijn Gangs of is weliswaar gewelddadiger, alsof Scorsese ons wil vertellen dat de film na een eeuw zijn onschuld definitief verloren heeft, maar Gance’ film bezit een vitaliteit en ritme dat Scorsese zelfs nergens maar kan benaderen.
Of bekijk bijvoorbeeld eens de scene waarin de componist Rouget de l’Isle het Franse volk in de club van de Gondeliers de Marseillaise aanleert. On-ver-ge-te-lijk! Een ander woord is er niet voor. Dit is cinema. Het vertellen met licht op zijn briljants. Grande Cinema dus.
En dan is er die arend. De jonge Bonaparte krijgt het met de andere jongens in zijn kostschool aan de stok omdat ze zijn arend hebben losgelaten. Hij geeft de hele troep er flink van langs, krijgt zelf behoorlijk klop, tot de arend weer voor zijn betraande ogen verschijnt. Om dan later (bij een fabuleuze triple-screen scene) met de vleugels wijd gespreid over alle 3 de schermen boven de Franse troepen te verschijnen, daarbij een scherm in het wit, een in het rood en een in het blauw, tot je er heel stil van wordt.
Of bekijk Napoleons ontsnapping uit Corsica, hoe de woeste storm op zee gemixt wordt met de woeste storm van de revolutie, of hoe de revolutionair Marat wordt vermoord in zijn bad, of de 18 minuten durende intocht van Napoleon in Italie. In triple screen met een close-up van Napoleon in het middelste scherm, dan weer als één groot panorama, terwijl snelle flashbacks uit het leven van de roemruchte Fransman zich voor onze ogen ontrollen tegen zo’n snelheid en vaart tot het je de adem beneemt en verbijstert achterlaat.
Oorspronkelijk was het de bedoeling dat Gance een serie van 6 films van ongeveer een uur tot 90 minuten zou maken over leven en welzijn van Bonaparte. Naar het schijnt heeft hij al zijn geld opgemaakt aan de eerste film. Dit is een versie van het verhaal. Dat de film bij lancering een gigantische flop was zal ook wel niet geholpen hebben.
En net zoals een eeuw later Sergio Leone met Once upon a time in America, werd ook Gance verplicht de schaar in zijn zes en een half uur durende meesterwerk te zetten. De Amerikanen kregen van MGM een eerste versie te zien die slechts 80 minuten duurde.
In 1934 filmde Abel Gance nog een paar nieuwe scenes, voegde er stereogeluid aan toe en re-releasde zijn film als Napoleon Bonaparte. Deze versie duurde 130 minuten. In 1952 schoot hij in een franse kolere en vernietigde een aantal belangrijke scenes. In 1971 stelde hij met het geld en de steun van Claude Lelouch een nieuwe versie samen. Deze duurde 275 minuten en flopte onder de titel: Napoleon en de Revolutie.
Pas in 1979, dankzij de grandioze restauratie van filmhistoricus Kevin Brownlow, samen met Robert A. Harris, en het enthousiasme en goud van Francis Coppola, kregen we vermoedelijk de tot nog toe meest getrouwe copy van het meesterwerk.
De inmiddels 89 jarige regisseur heeft deze nieuwe première nog bijgewoond (op ‘t Telluride filmfestival), maar de grote triomf kwam toch pas aan het begin van de jaren ’80. Daar, in de New-Yorkse Radio City Music Hall, werd de prent dan eindelijk bejubeld als een van de aller grootste en meeslependste creaties van het witte doek.