Alles over The Sound of Movies
Door Claudio Santulli | 28-02-2015 | In achtergronden, site nieuws, algemeen nieuws
Het filmgeluid is inmiddels een niet weg te denken onderdeel van onze filmervaring. Ondanks dat de allereerste films zelf nog geen geluid boden en door middel van af en toe een tussentitel en (live) muziek toch de spanning en sfeer in het verhaal wisten te leggen, is dat nu vrijwel ondenkbaar (uitzonderingen daargelaten). Geluid vanuit alle hoeken trekt ons nu nog meer in de beelden die we zien. Of dat nu in de bioscoop is of thuis, het zal niemand ontgaan zijn dat het filmgeluid wel een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt de laatste jaren. Het inmiddels bijna klassieke High Fidelity Stereo is volgens de audio-purist nog immer de maatstaf voor het luisteren naar muziek in hoge kwaliteit. Dus waarom opeens die stroomversnelling van ontwikkelingen in het filmgeluid de laatste jaren? Was het wellicht het gevolg van een oeverloze wedloop tussen de bioscopen en dat ‘nieuwe’ fenomeen de televisie? Waarom nog naar de bioscoop gaan als je thuis ook naar het kastje met bewegende beelden kunt kijken? Om mensen toch te verleiden zoveel mogelijk naar de bioscoop te komen, ontwikkelde men steeds nieuwe ideeën en technieken om net dat beetje meer te kunnen bieden. Je zou inmiddels de weg in het woud van audiotechnieken bijna kwijtraken. Tijd om daar eens wat duidelijkheid in te brengen.
Het Westrex-systeem van Western Electrics heeft vrijwel de eerste veertig jaar van de geluidsgeschiedenis gedomineerd en stond letterlijk aan de basis van veel belangrijke geluidsontwikkelingen. Omdat men niet overal patent op had laten leggen is de naam uiteindelijk van het toneel verdwenen en konden anderen doorontwikkelen op de technieken. Het eerste opgenomen filmgeluid begon uiteraard heel simpel met een enkel monokanaal. In de zomer van 1927 ging namelijk de eerste film met geluid (The Jazz Singer) in première en daarmee werd het definitieve einde van de ‘stomme’ film ingeluid. Ondanks het uiterst magere verhaal werd de film een doorslaand succes, waarna het publiek alleen nog maar films met geluid wilde. Het duurde nog tot begin 1930 voordat de mono-audiotechnologie zover was ontwikkeld dat men ook kon gaan nadenken over meerkanaals-systemen. Analoog geluid kon op twee manieren aan een film worden toegevoegd, namelijk: magnetisch of optisch. Bell Laboratories introduceerde samen met Western Electrics het revolutionaire Stereofonie (beter bekend als stereo). Dit bracht opeens diepte, richting, plaatsing en breedte in het geluid en bood vooral veel opties. In 1937 demonstreerde Bell Laboratories de eerste driekanaals-stereo-filmweergave in New York. De eerste bioscoopfilm met multikanaals-audio was Fantasia van Walt Disney en ging in 1939 in première. Heel toepasselijk werd dit systeem Fantasound genoemd en in datzelfde jaar werd tevens het Philips-Miller-systeem geïntroduceerd. Bij dit systeem werd gebruik gemaakt van een ondoorzichtige filmstrip waarin een geluidsspoor werd getrokken met een trillende naald. Cinemascope-Sound van Twentieth Century Fox (1950) was het eerste multikanaals-geluidsspoor dat direct op 35mm- en 70mm-film is opgenomen en het Todd-AO-systeem bood later zelfs al zes sporen op 70mm-film. Echter waren lang niet alle films voorzien van deze multikanaals-technieken. Zelfs stereogeluid was veelal weggelegd voor de bijzondere en duurdere producties. Veelal de op muziek georiënteerde films zoals bijvoorbeeld West Side Story. De meeste films werden nog steeds in mono aangeboden. Het duurde tot 1970 voordat Dolby (bekend van hun ruisonderdrukking-systemen) begon met het verder ontwikkelen van multikanaals-geluidsystemen. Het eerste systeem (Dolby Stereo, 1979), wist uit de twee stereokanalen twee extra surroundkanalen te filteren door middel van matrixfilters en faseverschuiving. Een monokanaal dat via twee surroundspeakers werd weergegeven en een centerkanaal. Met een gelimiteerde frequentie was het effect nog lang niet optimaal, maar effectief genoeg om een 3D-geluidsbeeld te kunnen creëren. Naast Dolby Stereo bestond er ook een soortgelijk systeem genaamd: Ultra Stereo, maar de ontwikkelingen in de bioscoop namen echter pas een vlucht toen George Lucas zijn Star Wars-epos in de bioscoop bracht. Teleurgesteld als hij was in de toenmalige beeld- en geluidskwaliteit in de bioscoop, heeft hij zich hard gemaakt voor een kwaliteitsnorm. De geboorte van de THX-certificering van Lucasfilm was een feit. THX stond jarenlang voor kwaliteit! Voor de consumentenmarkt werd de thuisvariant Dolby Surround geïntroduceerd en heeft nog vele uitbreidingen en verbeteringen gekend, waarbij de introductie van Dolby Prologic toch wel de meest memorabele was, maar inmiddels was het digitale tijdperk aangebroken.
In 1990 werd het eerste digitale audioformaat voor film ontwikkeld door Optical Radiation in samenwerking met Eastman Kodak. Dit formaat werd Cinema Digital Sound (CDS) genoemd. Naast de première van Dick Tracy werd het systeem door de vele problemen helaas niet meer gebruikt. Desondanks kan Optical Radiation worden beschouwd als de grondlegger van het hedendaagse digitale geluid. L.C.Concept ontwikkelde in 1991 de eerste schijf met digitale audio en een compressietechniek voor gescheiden kanalen. De filmsoundtrack werd op twee schijven geplaatst en bood drie uur gescheiden multikanaals-audio. Met de introductie van Dolby Digital kon men vijf gescheiden kanalen met volledig dynamisch bereik aansturen, plus een apart ultra-laagkanaal (5.1). Dolby Digital werd in 1992 geïntroduceerd bij de film Batman Returns. Een nieuwe standaard in filmgeluid is gezet. Als tegenhanger van Dolby Digital was daar Steven Spielberg die in 1993 ‘zijn’ DTS introduceerde tijdens de première van Jurassic Park. DTS gebruikte een lagere compressie en bood daardoor een nog grotere dynamiek dan Dolby Digital. Voor het eerst hoorde je de dinosaurussen niet, maar voelde je ze. Letterlijk een forse stap voorwaarts. In 1993 mengde ook Sony zich in de surroundformaten en ontwikkelde Sony Dynamic Digital Sound. SDDS bood, in tegenstelling tot de concurrentie, al acht kanalen door gebruik te maken van de Todd-AO Links-extra en rechts-extra kanalen. Last Action Hero was de eerste film in SDDS. Met de komst van digitaal geluid was een indrukwekkende stap gezet, maar daar bleef het niet bij. De digitale multikanaals-systemen werden al snel opgevolgd door nieuwe technieken met nog meer kanalen en van nog hogere kwaliteit. Het tempo waarmee de nieuwe technieken door de jaren heen de bioscopen veroverden zorgde ook voor een snelle beschikbaarheid voor de consument. De wedloop duurt nog immer voort. Zo heeft Dolby Atmos zijn intrede nog niet gedaan of concurrerende technieken als Auro 3D en DTS:X staan al voor de deur. Dolby neemt de volgende stap en biedt nu zelfs het totaalconcept Dolby Vision.
Het echte filmgeluid is allang niet meer voorbehouden aan de bioscoop. Fabrikanten van audioapparatuur brachten deze technieken al snel naar de woonkamer. Van een simpel surround-setje met een mooie flatscreen tot geheel ingerichte thuisbioscopen die helemaal akoestisch zijn aangepast. Wellicht nog steeds niet zo indrukwekkend als in de bioscoop, maar ook dat was een kwestie van tijd. Met de introductie van HDMI en de Blu-ray Disc werd, naast High Definition beeld, ook HD-audio in de woonkamer mogelijk. Voor het eerst hoorde je de originele audiotrack zonder verlies door compressie en PAL-versnelling. DTS HD en Dolby True HD deden je letterlijk afvragen of je nu de hond van de buurman hoorde of dat hij wellicht toch in de film zat? Toch was er schijnbaar nog genoeg ruimte voor verbetering, want inmiddels zijn de nieuwste telgen in de multikanaals-wereld al beschikbaar en kennen deze nog meer speakers. Werden we nog niet zo lang geleden al getrakteerd op hoogtespeakers boven de standaard links- en rechtsspeaker, wordt er nu van de consument verwacht om speakers aan of in het plafond te hangen? Bij voorkeur zelfs meer dan twee? Het idee is wellicht nog niet eens zo vergezocht, maar de uitvoering laat in de gemiddelde woonkamer wel wat te wensen over.
Dolby Atmos is het eerste systeem wat ons kennis laat maken met de nieuwe speakerconfiguraties. Bij dit systeem dienen er extra speakers aan of in het plafond te worden geplaatst om zo een heus 3D-geluidsbeeld te kunnen bieden. Men noemt Dolby Atmos zelfs de grootste stap voorwaarts sinds Dolby Digital en laten we eerlijk zijn, die stap was inderdaad groot, maar kan dit ook van Dolby Atmos worden gezegd? Omdat men wel inzag dat niet iedereen zit te springen om het plafond te ontsieren met allerlei speakers, heeft men een reflectie-speakersysteem bedacht, maar al snel wordt duidelijk dat dit niet meer dan een noodoplossing is. Het weerkaatsten van geluiden via het plafond leidt alleen maar tot een hoop ongedefinieerde geluiden die het geluidsbeeld eerder slecht dan goed doen. Wil je van een echte Dolby Atmos-ervaring kunnen genieten dan zijn plafondspeakers een must. Een korte demonstratie laat echter al snel horen waar het systeem toe in staat is. Geluiden zijn erg helder en worden veel beter in de ruimte geplaatst. Je waant je echt op de wilde zee tijdens die storm of midden in dat luchtgevecht, terwijl de kogels rakelings langs je heen schieten. Het systeem heeft genoeg potentie en meerwaarde om alle liefhebbers van deze nieuwe technieken enthousiast te maken. De eerste homecinema´s met Dolby Atmos zijn al een tijdje een feit, ook op ons forum. Ondanks dat er al veel films met Dolby Atmos zijn opgenomen is het aanbod van films op Blu-ray Disc nog niet heel erg groot, maar de lijst groeit. Ondanks dat Dolby Atmos extra investeringen vraagt, zoals een nieuwe AV-receiver met Dolby Atmos-ondersteuning met genoeg ingebouwde kanaalversterkers en uiteraard extra (plafond-)speakers, is wel vrijwel elke Blu-ray Disc speler geschikt om Dolby Atmos te kunnen weergeven. Dolby Atmos zal ook onderdeel uitmaken van de nieuwe UHD BD's. De speakerconfiguraties worden aangeduid met het aantal conventionele 'surround'speakers, gevolgd door het aantal subwoofers en als laatste het aantal Dolby Atmosspeakers (Klik op het logo hieronder voor de mogelijke Dolby Atmos configuraties).
Auro 3D is een vrij nieuwe ‘speler’ op de markt. Het gaat, net zoals Dolby Atmos, uit van nog meer kanalen, echter praat men over lagen. De onderlaag, bovenlaag en de toplaag. Auro 3D is een ontwikkeling van Wilfried van Baelen, de Belgische mede-eigenaar en ontwikkelaar van Auro Technologies, onderdeel van Galaxy Studios. Het eerste systeem was ontwikkeld in samenwerking met Barco, maar inmiddels heeft het zijn weg gevonden naar meerdere fabrikanten van audioapparatuur en is momenteel als upgrade verkrijgbaar bij de nieuwste modellen van Denon en Marantz. Een goed argument tegen Dolby Atmos is dat vrijwel iedereen hun surroundspeakers toch al hoog heeft hangen. Auro 3D zou daardoor makkelijker te integreren zijn door er simpelweg een onderlaag aan toe te voegen en eventueel een plafondspeaker voor, zoals ze het zelf noemen, “The voice of God”. Auro 3D biedt tot maximaal dertien speakers en twee subwoofers, maar voor de thuismarkt vooralsnog maximaal elf speakers. Net als Dolby Atmos biedt ook Auro 3D een upmixer om zo elke bron te kunnen weergeven in de volledige Auro 3D-speakerconfiguratie. Men noemt dit Auro-matic upmixing. De eerste demonstraties waren in ieder geval al erg positief ontvangen en inmiddels hebben wij van DVD.nl - naast een Dolby Atmos-demonstratie - het zelf mogen ervaren bij een forumlid thuis.
DTS:X (of DTS MDA - Multi-Dimensional Audio) biedt, net als Auro 3D en Dolby Atmos, 3D-geluid. Het idee is dat objecten meer in de ruimte geplaatst kunnen worden in plaats dat ze vanuit de speakers komen. Het grote verschil tussen het huidige Dolby Atmos en Auro-3D is dat het een totaal andere speakerconfiguratie vereist. Auro 3D vergt twee lagen met speakers en niet meer dan één plafondspeaker (The Voice Of God). Dolby Atmos biedt wat meer vrijheid, maar kent toch een vast principe met twee of vier plafondspeakers. Ze zijn in ieder geval niet compatibel met elkaar. DTS:X is dat wel. Het past zich gewoon aan, tot wel tweeëndertig verschillende speakerconfiguraties. Hiervoor gebruikt DTS, zoals ze het zelf noemen een Advanced Speaker Remapping Engine. Een andere interessante feature is de mogelijkheid om het geluid van alleen de stemmen, onafhankelijk van de rest van de mix, te kunnen aanpassen (Dialog Control). DTS:X is volledig compatibel met voorgaande DTS HD-decoders. DTS:X ondersteund zowel DVD als Blu-ray Disc, maar kan ook worden toegepast in streaming media. Met de komst van DTS:X wordt tevens DTS Headphone:X geïntroduceerd, die dezelfde ervaring naar de koptelefoon verplaatst, aldus DTS. Dat DTS en Datasat (bioscooptak) met een eigen 3D-geluidssysteem zouden komen was natuurlijk wel te verwachten. DTS hield zich echter angstvallig stil. Er waren wel geruchten en de naam DTS MDA was hier en daar al op het internet terug te vinden, maar pas veel later op de CES 2015 heeft men officieel DTS:X Immersive Surround Sound Format aangekondigd, Daarna bleef het lang angstvallig stil, maar in januari 2016 kreeg de eerste receiver (Denon AVR-X7200W/A) de DTS:X-firmware waarbij DTS:X officieel gelanceerd werd. Naast de introductie in Homecinema betekent het ook de terugkeer van Datasat in de bioscoop. Een slimme zet van DTS:X is dat de software die nodig is voor het ontwikkelen van DTS-geluid gratis te gebruiken is en daarbij ook nog eens heel gebruiksvriendelijk is. Dit maakt de drempel laag voor filmmakers om DTS:X te ondersteunen in hun producties. DTS-partner GDC Technology zal in mei 2015 wereldwijd 40,000 bioscopen voorzien van een DTS MDA-firmware en dat is naar verluid nog maar het begin. Het grootse voordeel van DTS:X is dus de flexibiliteit en laagdrempeligheid. Het idee is prima, echter de praktijk is dat er vrijwel nog geen films in DTS:X zijn uitgebracht en er in Nederland nog geen Blu-ray Discs met DTS:X zijn. Ook buiten Nederland zijn het maar een paar titels, waarbij de Blu-ray Disc van Machina_EX uit Amerika de primeur had. De nieuwe UHD BD ondersteund ook DTS:X.
Audyssey MultEQ XT32, Audyssey DSX
Veel dedicated homecinema-ruimtes hebben diverse akoestische en professionele modificaties ondergaan om zo het maximale qua geluid uit de ruimte te halen. In de gemiddelde woonkamer wordt daar echter weinig tot geen aandacht aan besteed. Wellicht twee uitersten, maar met de komst van nog meer speakers in de huiskamer is een goede kalibratie van het hele systeem, maar ook van de ruimte zelf, toch steeds meer een noodzaak. Zaken zoals de juiste speakerafstanden, kantelfrequenties, bas-management en akoestiekoptimalisatie, er valt behoorlijk wat voordeel te behalen. Er zijn diverse RoomEQ-aanbieders en enkele fabrikanten van audioapparatuur hebben hun eigen kalibratiesysteem ontwikkeld, maar Audyssey is wellicht toch wel de bekendste en inmiddels een begrip. Toegegeven, de voorgaande versies boden niet echt heel veel meerwaarde. Zelf meten was veelal het devies, maar de recente versies zijn een stuk volwassener geworden. De software kan zelfs de akoestische problemen van een ruimte oplossen. Audyssey XT32 is daarmee inmiddels een geliefd en essentieel onderdeel geworden voor de betere homecinema-ervaring. Is het systeem eenmaal geconfigureerd en maak je gebruik van meer dan 11 kanalen, dan biedt het een eigen meerkanaals-optie genaamd: Audyssey DSX. Dit is te vergelijken met de nieuwe Dolby Surround Upmixer, waarbij alle speakers, inclusief plafondspeakers, kunnen worden gebruikt. Naast het vrij nieuwe MultEQ XT32 zijn er ook nog enkele oudere versies waar de kaalste versie (2EQ) nog het meest voorkomt bij huidige instapmodellen, deze biedt echter geen akoestiekoptimalisatie of bass-management, maar drie meetpunten en is verder vrij beperkt. Audyssey MultEQ XT32 in combinatie met Dolby Atmos en Auro 3D vergt echter veel extra rekenkracht. Waar de ene fabrikant - wegens kostenbesparing - Audyssey heeft vervangen voor een eigen roomEQ, hebben andere fabrikanten het aantal DSP-chips verdubbeld om zo toch de volledige Audyssey-suite te kunnen bieden. Dit tot vreugde van veel homecinema-liefhebbers. Audyssey MultEq XT32 biedt tevens de Audyssey-Pro-mogelijkheid om het systeem door een professionele Audyssey geregistreerde installateur met speciale meetapparatuur nog beter te laten optimaliseren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van tweeëndertig meetpunten in plaats van de maximaal acht meetpunten bij de meest uitgebreide consumentenversie. Hoe goed de automatische correctie-software ook is, ze zijn niet zaligmakend. Het blijft zinvol om even te controleren hoe de instellingen zijn opgeslagen. Het systeem kan namelijk niet zien wat voor speakers je gebruikt en de metingen zijn daarom ook alleen aannames op basis van die metingen.
Het aanbod en de diversiteit in multikanaalssystemen is groot. Zo groot dat het soms lastig is om de systemen uit elkaar te houden. Momenteel zijn er zelfs drie verschillende merken die 3D-audio aanbieden. Sinds DTS op het toneel verscheen is het uiteindelijk steeds het superieure formaat gebleken. Telkens als Dolby een systeem bedacht ging DTS daar ver overheen in kwaliteit. Dolby Atmos is verleden jaar met veel tamtam geïntroduceerd als het nieuwe revolutionaire systeem, echter als de geschiedenis zich herhaalt zal DTS:X Dolby Atmos weer ver achter zich laten, maar zoals gezegd, moet dat eerst nog blijken. Een groot probleem voor Dolby is dat de patenten nog steeds in behandeling zijn en concurrenten dus nog makkelijk aan de haal kunnen gaan met de techniek en veel fabrikanten zijn ook al bezig om hun eigen systeem te ontwikkelen. Naast Dolby en DTS biedt ook Auro 3D een nieuw 3D-audiosysteem dat inmiddels al gebruikt wordt in enkele bioscoopzalen. Bij sommige receivermerken wordt deze nu al als software-upgrade tegen meerprijs aangeboden. Toch is het vrijwel ondenkbaar dat er straks drie systemen naast elkaar zullen blijven bestaan. Elk systeem vergt een eigen specifieke speakerplaatsing en ze zijn niet compatibel aan elkaar. De toekomst zal uitmaken welk systeem zal overleven. De nieuwste systemen zijn binnenkort allemaal ook beschikbaar in de huiskamer, maar of dit een succes zal worden blijft natuurlijk de vraag. Zeker in de kleinere Europese huiskamer kan een 5.1-systeem al teveel gevraagd zijn. 7.1-systemen zijn nu al eerder uitzondering dan regel, laat staan dat men openstaat om nog meer speakers in de huiskamer te integreren. Wellicht zijn speakers aan het plafond een brug te ver? Daarnaast bieden de HD-audioformaten, die we nog niet eens zo heel lang kennen, al een forse stap richting het originele brongeluid. Het continu ontwikkelen van nieuwe multikanaalssystemen is wellicht wel een ultieme poging om mensen toch steeds maar weer te verleiden om naar de bioscoop te komen? Dat er weliswaar ook een consumentenmarkt is, zal alleen maar meegenomen zijn. Het past ook wel in de tendens die bij de fabrikanten van audio hardware is ontstaan; elk jaar steevast weer een nieuwe serie receivers en randapparatuur op de markt brengen. Nu een nieuwe receiver kopen, omdat je het nieuwste in multikanaals-audio wilt hebben, is bijna onbegonnen werk. Immers men ziet liever dat je de receiver vervangt, dan dat men deze gaat voorzien van een upgrade. Dit zal alleen bij de allerduurste varianten mogelijk zijn (als dat al het geval is). Voor de fabrikanten zal bijvoorbeeld DTS:X een ideaal excuus zijn om wederom nieuwe apparatuur te kunnen verkopen. De vraag is wederom of de consument daar nog op zit te wachten. Kwaliteit is namelijk allang niet meer de maatstaf in de gemiddelde woonkamer, waar Video On Demand, DVD en 'simpel' surround nog steeds de overhand voeren. Maar zoals altijd zijn de nieuwste technieken wellicht nog weggelegd voor de early adopters en audio- en filmfanaten van het eerste uur? En uiteraard vooral als meerwaarde voor de bioscoop, die nog steeds enige moeite heeft het bioscoopbezoek op peil te houden. Maar misschien is wel het allerbelangrijkste in dit hele verhaal dat het concept geluid vooral is wat je hoort en niet alle theoretische en technische specificaties en innovaties waar we de laatste jaren behoorlijk mee overrompeld worden!? Klinkt het goed, dan is het goed en misschien is wat je nu hoort wel goed genoeg? Er is in ieder geval keus!
Tot slot zetten we hier alle multikanaalformaten nog even overzichtelijk op een rij.
Westrex System
Westrex System is een opnamesysteem ontwikkeld door Western Electrics Manufacturing Company. In samenwerking met Bell Laboratories, de grondlegger van veel geluidsystemen waaronder Stereo, maar ook diverse filmgeluidtechnieken. Bell Labs stamt af van Volta Laboratory and Bureau opgericht door Alexander Graham Bell. Western Eletctronics is uiteindelijk in 1995 door moederbedrijf AT&T opgeheven.
Fantasound
Fantasound bevat drie losse optische audiosporen en een synchronisatiespoor. Voor het eerst gebruikt bij de film Fantasia van Walt Disney. De geluidssporen stonden letterlijk los van de film. Speakerconfiguratie: links, center, rechts.
Cinemscope-sound
Cinemascope-sound bevat vier magnetisch opgenomen audiokanalen op 35mm- en 70mm-film. Speakerconfiguratie: links, rechts, center en surround. Onderdeel van Cinemascope ontwikkeld door Twentieth Century Fox, dat daarmee tevens Panavision Cinemascope introduceerde (Breedbeeld in 2.35/2.40:1).
Todd-AO
Todd-AO bevat zes magnetisch opgenomen audiokanalen op 70mm-film. Speakerconfiguratie: links, links-extra, rechts, rechts-extra, center en surround. Uitbreiding van Cinemascope-sound.
Sensurround
Sensurroud is een ontwikkeling van luidsprekerontwikkelaar Cerwin-Vega in samenwerking met Universal Studios dat bekend staat als het eerste systeem met een lage tonen-kanaal en werd maar gebruikt bij een paar films waaronder: Earthquake (1974), Midway (1976), Rollercoaster (1977), Saga of the Star World (1978) en de pilotaflevering van Battlestar Galactica.
Dolby Stereo
Dolby Stereo bevat zes magnetisch opgenomen audiokanalen op 35mm- en 70mm-film, ontwikkeld door Dolby Laboratories. Speakerconfiguratie: links, rechts, center en surround. De links-extra en rechts-extra kanalen van Todd-AO werden door Dolby alleen gebruikt voor de allerlaagste tonen. De voorloper van het subwooferkanaal (LFE).
Dolby Surround
Dolby Surround filtert twee kanalen met een gelimiteerde frequentie uit een analoog stereosignaal door middel van een matrixfilter en faseverschuiving. Speakerconfiguratie: links, center, rechts, surround. (Consumentenversie van Dolby Stereo)
Dolby Surround Prologic (IIx/z)
Dolby Surround Prologic is een verdere ontwikkeling van Dolby Surround. Het analoge Dolby Surround Prologic wist een extra surroundkanaal uit het signaal te filteren en bood stereo surround. Dolby Prologic II biedt een verdere verbetering en, net als Dolby Digital, vijf discrete kanalen en een subwooferkanaal en kan van elk stereosignaal multikanaals-audio te maken. Dolby Prologic IIx biedt zeven kanalen en een subwoofer kanaal en kan in combinatie met vrijwel elke bron worden gebruikt om zo van stereo, maar ook 5.1-systemen als Dolby Digital, een 7.1-systeem te maken. Dolby Prologic IIz biedt zelfs negen kanalen en een subwoofer en stuurt daarmee twee extra hoge voorkanalen aan.
Dolby Surround Upmixer
Dolby Surround Upmixer is de nieuwste versie en doet zijn intrede met Dolby Atmos. Het vervangt alle voorgaande varianten en biedt ondersteuning voor nog meer speakers zoals de plafondspeakers. Elk signaal kan in elke speakerconfiguratie worden weergegeven. Het systeem past zich letterlijk aan.
Dolby Digital (AC-3)
Dolby Digital is een digitaal audiosignaal wat via een bitstream wordt getransporteerd. Dit kan zowel via HDMI, coaxiale aansluiting, S/PDIF-aansluiting via een AC-3-RF demodulator - zoals werd gebruikt op Laserdiscs - of een optische aansluiting. Een apparaat met een Dolby Digital-decoder kan dan maximaal vijf kanalen met volledig bereik en een subwooferkanaal weergeven (384 kbps tot 448 kbps op DVD's). Echter kan een Dolby Digital-track uit een veelvoud van Dolby multikanaals-varianten bestaan waaronder ook mono. De eerste Dolby Digital-track in de bioscoop was bij de film Batman Returns en voor de consument was de Laserdisc van Clear and Present Danger de eerste titel met Dolby Digital en is later de audiostandaard van de DVD geworden. Ondanks dat Laserdiscs een lagere bitrate gebruikt (384 kbps), klonk een Dolby Digital-track op Laserdiscs, volgens de kenners, beter dan op DVD. Dit had wellicht te maken met het feit dat men de originele bioscoop-track als bron gebruikte en een andere manier van foutcorrectie werd toegepast, maar vooral omdat bij het mixen van een DVD-geluidstrack rekening werd gehouden met de akoestiek van de woonkamer. Inmiddels zijn ook de meeste digitale HDTV-zenders voorzien van Dolby Digital.
Dolby Digital EX
Dolby Digital EX is een digitaal audiosignaal wat via een bitstream wordt getransporteerd. Dit kan zowel via HDMI, coaxiale aansluiting of optische aansluiting. Een apparaat met een Dolby Digital EX-decoder kan dan maximaal vijf kanalen met volledig bereik, één matrixkanaal met beperkt bereik en een subwooferkanaal weergeven. Hiermee verplaatsen de surroundspeakers naar de zijkant en biedt ruimte voor een 'nieuw' achterkanaal. Dolby Digital EX is ontstaan uit een samenwerking tussen Dolby Laboratories en Lucasfilm en werd geïntroduceerd bij de Star Wars-film The Phantom Menace.
Dolby Digital Plus
Dolby Digital Plus, is een verbeterde versie van Dolby Digital dat vooral werd gebruikt bij de eerste HD DVD's en Blu-ray Discs, echter komt het nu niet veel meer voor. Het biedt hogere bitrates (tot 6.144 Mbit/s) en ondersteuning voor meer audiokanalen (tot 7.1). Daarnaast biedt het verbeterde coderingstechnieken en is volledig compatibel met bestaande Dolby Digital-decoders.
Dolby TrueHD
Dolby TrueHD is een digitaal audiosignaal wat via een bitstream en alleen via HDMI kan worden getransporteerd. Dolby True HD is een verliesvrije compressietechniek (Lossless) voor HD-audio en deed zijn intrede op HD DVD en Blu-ray Disc en ondersteunt 24 bit, 96 KHz audio kanalen en tot 18 Mbit/s over 14 kanalen (Blu-ray Disc limiteert het aantal kanalen standaard tot acht). Het ondersteunt ook uitgebreide metadata zoals dialog normalization en dynamic range control. Dolby TrueHD wordt, samen met DTS HD, ook wel HD-audio genoemd.
DTS Neo (6/:X)
DTS ontwikkelde DTS Neo:6 om van elke tweekanaals stereobron een zes-kanaals surroundweergave te kunnen maken en lijkt daarmee sterk op Dolby Prologic II en THX Surround EX.
DTS Neo:X is een formaat of standaard dat te vergelijken is met Dolby ProLogic IIz en Audyssey DSX. Met dit formaat is het mogelijk een 11.1-kanaals homecinema-systeem met elf speakers - waaronder hoge voor- en achterspeakers - en een subwoofer aan te sturen.
DTS
DTS (Digital Theatre System) is een digitaal audiosignaal wat via een bitstream wordt getransporteerd. Dit kan zowel via HDMI, coaxiale aansluiting of optische aansluiting. DTS is net zoals haar directe concurrent Dolby Digital een digitale geluidscompressietechniek, die gebruikt wordt op DVD, Laserdiscs en enkele audio-CD's. Echter gebruikt DTS minder compressie wat betekent dat DTS letterlijk minder 'geluid' weghaalt van de bron ten opzichte van Dolby Digital (1.4 Mbps voor CD's en maximaal 1.5 Mbps op een DVD en Laserdiscs). Dit leidt er toe dat DTS in de praktijk vaak beter klinkt en er meer controle in het geluid is. DTS werd in 1993 geïntroduceerd door Steven Spielberg's Jurassic Park. Spielberg maakte er geen geheim van voorstander te zijn van DTS en maakte zich hard om DTS de audiostandaard voor DVD's te maken. Sinds begin 2011 wordt DTS niet meer in de bioscoop gebruikt. Dit werd vervangen door het Datasat Digital Sound-systeem van de Beaufort International Group die het cinema-deel van het bedrijf heeft overgenomen.
DTS ES (Extended Surround)
DTS ES-matrix (ook wel DTS ES 5.1 genoemd) is een toevoeging op DTS, waarbij door middel van matrixfilter een mono surroundachterkanaal wordt verkregen. Het achterkanaal is verwerkt in de twee surroundkanalen en de techniek lijkt daarmee sterk op Dolby Digital EX. DTS ES-discrete (ook wel DTS ES 6.1 genoemd)) is een verdere uitbreiding van DTS ES, waarbij zes discrete kanalen worden gebruikt. DTS ES-discrete is daardoor van betere kwaliteit dan DTS ES-matrix, omdat het hier om een echt apart opgenomen kanaal met volledig bereik gaat en niet om een kanaal die aan twee bestaande surroundkanalen is toegevoegd.
DTS HD High Resolution (DTS HD HR)
DTS HD High Resolution is een digitaal audiosignaal wat via een bitstream en alleen via HDMI kan worden getransporteerd. DTS HD High Resolution is een verliesvrije (lossless) compressietechniek en wordt gebruikt voor HD-audio op de Blu-ray Disc en kan 7.1 kanalen weergeven in 96 kHz 24-bit met constante bitrates tot 6.0 Mbit/s en 3.0 Mbit/s. DTS HD wordt, samen met Dolby TrueHD, ook wel HD-audio genoemd.
DTS HD Master Audio (DTS HD MA)
DTS HD Master Audio is een digitaal audiosignaal wat via een bitstream en alleen via HDMI kan worden getransporteerd. DTS HD Master Audio is een verliesvrije (lossless) compressie techniek en wordt gebruikt voor HD-audio op de Blu-ray Disc en kan 5.1 kanalen met 24-bit, 192 kHz gesampled geluid weergeven of 6.1- tot 7.1-kanalen met 24-bit, 96 kHz gesampled geluid met constante bitrates tot 24.5 Mbit/s. Door de hoge bitrate wordt DTS-HD MA tot op de dag van vandaag als beste audiosysteem voor Blu-ray Disc gezien. DTS HD wordt, samen met Dolby TrueHD, ook wel HD-audio genoemd.
SDDS
Sony Dynamic Digital Sound is een digitaal surroundformaat dat in 1993 is ontwikkeld door Semetex Corporation in opdracht van Sony. SDDS bood, in tegenstelling tot DTS en Dolby Digital, acht kanalen in plaats van de zes die deze concurrenten boden. Hiervoor werd gebruik gemaakt van de links-extra- en rechts-extra kanalen van het Todd-AO-systeem. Het systeem biedt vijf voorkanalen, twee surroundkanalen en een ultralaag-kanaal. Daarnaast zijn er nog vier reservekanalen. Last Action Hero was de eerste film in SDDS. Sindsdien zijn meer dan 1400 films in het SDDS-geluidsformaat opgenomen. Daarvan gebruikten slechts honderd films alle acht kanalen. Alhoewel SDDS beschouwd wordt als het minst succesvolle digitale audioformaat, wordt het tot op de dag van vandaag (naast Dolby en DTS) bij vrijwel elke film nog meegeleverd. Omdat het SDDS-geluidsspoor makkelijk beschadigd kan raken, doordat het spoor aan de uiterste zijkant van de film is opgeslagen, beschikken veel bioscopen over een systeem dat er voor zorgt dat er automatisch wordt overgeschakeld op het analoge geluidsspoor. SDDS is alleen in de bioscoop beschikbaar.
THX
THX is de handelsnaam voor een High Fidelity-geluidssysteemstandaard voor bioscopen, homecinema-systemen, computerluidsprekers, spelconsoles en autogeluidssystemen. THX werd in 1982 ontwikkeld door Tomlinson Holman van Lucasfilm (George Lucas zijn bedrijf). Dit om te garanderen dat het geluid van de derde Star Wars-film, Return of the Jedi, optimaal zou kunnen worden weergegeven. Sindsdien is het systeem uitgegroeid tot een van de voornaamste geluidsstandaarden in de filmindustrie. Volgens Tomlinson Holman is de naam THX gekozen, omdat het refereert aan zijn eigen naam, maar ook aan de film THX 1138 van George Lucas. THX surround biedt ook verbeteringen aan de bestaande audioformaten in de vorm van: THX Surround, THX Surround EX, THX Surround Ultra (2) en THX Select (2). THX werkt dus als aanvulling in combinatie met de meeste hierboven besproken audio-codecs. Echter de laatste jaren is THX van mindere waarde, omdat de kwaliteit van de bestaande beeld- en geluidstechnieken enorm zijn toegenomen en er daardoor nog maar weinig te verbeteren valt. THX is daarmee steeds meer een term uit het verleden en zie je het steeds minder terug in nieuwe apparatuur en bij de films op de diverse mediums.
Ultra Stereo
Ultra Stereo is een multikanaals-geluidssyteem ontwikkeld in 1984 door Jack Cashin van Ultra Stereo Labs (USL). Het werkt volgens hetzelfde principe als Dolby Stereo. Het biedt vier kanalen aan informatie waarbij uit twee kanalen via matrixfiltering en faseverschuiving twee extra kanalen wordt onttrokken. Speakerconfiguratie: Links, center, rechts en surround. Het systeem is gebruikt voor een kleine 1100 films.
WYHIWYG
Wellicht wel de meest belangrijke term bij audio is geen formaat, codec of instelling, maar een waarneming. Er wordt heel veel over geluid gesproken. Stereo, Surround en multikanaals-audio. Ondanks dat we hier voornamelijk filmgeluid bespreken, is geluid nog altijd wat je hoort, maar door al deze technieken zou je dat bijna uit het oog - of in dit geval uit het oor - verliezen. Men heeft er in de volksmond zelfs een term voor bedacht: "What you hear is what you get", veelal afgekort als WYHIWYG. Hiermee stel je in één 'woord' precies waar het om draait, zeker op gebied van audio. Geluid is wat je hoort. Hiermee wordt echter niet beweerd dat er geen verschillen zijn, maar het brengt het vooral in perspectief. Soms kan een oude techniek superieur zijn aan moderne innovaties. De allerbelangrijkste maatstaf is hoe het klinkt en niet de theoretisch verklaring waarom iets beter zou moeten klinken.
Recente artikelen
- Overstappen naar Samsung? Dit moet je weten
- Hoe je online kansen kunt benutten om je persoonlijke financiën te verbeteren
- Top-5 films die zich afspelen in het casino
- Deze oudere films zijn nog steeds leuk om te kijken
- De beste maffiafilms aller tijden
Inloggen